Doorgaan naar hoofdcontent

DE POLITIEKE TREND “SPIJT TE BETUIGEN” VOOR DE “FOUTEN” VAN ANDEREN.

DE POLITIEKE TREND “SPIJT TE BETUIGEN” VOOR DE “FOUTEN” VAN ANDEREN.  

HET BELANG VERSCHIL TE MAKEN TUSSEN FOUTEN EN VERKEERDE INSCHATTINGEN.  

Staatssecretarissen, ministers of zelfs onze minister-president die zeggen “dat het hun spijt dat er fouten zijn gemaakt” bij jeugdzorg, het UWV, de belastingdienst, in specifieke zorginstellingen of andere onderdelen waar zij politiek verantwoordelijk voor zijn. Het lijkt of het een trend aan het worden is om spijt te betuigen voor politici, maar wat zeggen ze daadwerkelijk daarmee en wat willen ze daarmee bereiken? Is het echte spijt of zit er meer achter deze gekozen woorden?   


We zouden immers ook kunnen zeggen dat zaken die fout gegaan zijn het gevolg kunnen zijn van politieke beleidskeuzes. Oftewel keuzes die bij werknemers op kantoor en in het praktijkwerk tot een grotere kans in het maken van verkeerde inschattingen heeft geleid. In hoeverre kun je immers verantwoordelijk gehouden worden als je met te weinig mensen op een afdeling staat of als je als ambtenaar niet de juiste gereedschappen krijgt om op tijd genoeg informatie te kunnen verzamelen om de kans op verkeerde inschattingen te kunnen verkleinen? Met te weinig en niet goed afgestelde tijd en middelen zou je als werknemer immers eigenlijk alleen verantwoordelijk moeten zijn voor wat je daarmee realistisch gezien kunt bereiken.  

  

JONGLEREN MET WOORDKEUZE.  

In eerste instantie zullen burgers, waaronder journalisten, denken dat zo'n spijt-uitspraak van een politicus dus een goede eerste stap is, maar feitelijk zeggen politici dat het hen spijt dat anderen fouten hebben gemaakt. Daarmee duwen zij journalisten en daarmee burgers weg bij hoe hun politieke beleidskeuzes misschien wel tot een grotere kans op het maken van verkeerde inschattingen heeft geleid.   

Door zaken die verkeerd gingen fouten te noemen wordt de burger in zekere zin “vriendelijk naar de deur begeleid” met de boodschap dat anderen eigenlijk ook of misschien wel meer verantwoordelijk zijn dan zijzelf en daarmee dus ook de coalitie waarin zij zitten. In feite duwen politici beleidsmakers bij een ministerie, beleidsmedewerkers bij een overheidsinstelling en/of medewerkers bij instellingen op kantoor en uiteindelijk op de vloer dus voor de bus. Zij zeggen immers spijt te hebben “omdat dat nou eenmaal zo hoort” omdat zij “politieke verantwoordelijkheid” dragen, maar laten tussen neus en lippen doorschemeren dat het misschien niet eerlijk is “alleen naar hen te kijken” omdat de “fouten” door anderen dan hen zijn gemaakt.   

  

HET DOORGEVEN VAN DE HETE AARDAPPEL.  

Eigenlijk zeggen politici met het afschuiven van hun politieke verantwoordelijkheid daarmee dat hun beleidsmakers en beleidsmedewerkers niet bij hen terecht kunnen als politieke beleidskeuzes verkeerd uitpakken. De beste politiek verantwoordelijke man of vrouw duwt de hete aardappel gewoon in hun handen terug, zegt “zoek het maar uit” en steekt hen daarna ook nog eens in de rug als ze gedesillusioneerd weer naar buiten proberen te strompelen als politici hun gezicht zo proberen te redden. Deze suggereren dan immers dat niet zij, maar anderen eigenlijk verantwoordelijk zijn voor wat er fout gegaan is en dat politici nu eenmaal kop van jut zijn omdat zij de politieke verantwoordelijkheid dragen.



Het gevolg is dat beleidsmedewerkers dus niet naar hun staatssecretaris of minister kunnen als zij problemen in de uitvoering voorzien of zien bij het omzetten van politieke keuzes richting beleid.   


Zij kunnen de hete aardappel dan dus alleen maar naar beneden doorgeven naar een overheidsinstelling zoals jeugdzorg, het UWV of binnen elk ander departement waar zaken verkeerd gegaan zijn of onder wiens “verantwoordelijkheid” dat is gebeurd. Omdat zij vervolgens niet meer terug er mee naar het ministerie kunnen, omdat die niet bij de verantwoordelijke staatssecretaris of minister kunnen, kunnen zij vervolgens ook alleen maar de hete aardappel verder doorgeven naar instellingen of afdelingen. Deze laatste leggen de verantwoordelijkheid uiteindelijk bij de medewerkers, omdat het departement boven hen de hete aardappel ook niet terug wil. Het departement kan immers niet naar haar ministerie, omdat medewerkers daarmee niet veilig naar hun staatssecretaris of minister kunnen. Tja.. dan is het natuurlijk niet zo gek dat werknemers op de vloer zaken die verkeerd gaan niet meer gaan melden. Het levert hen alleen maar meer hete aardappelen op die hen hun baan kunnen kosten zonder een gerede kans dat zij steun krijgen in het krijgen van juiste gereedschappen om hun werk beter te kunnen doen.   

  

WAT POLITICI DIE ROEPEN “VAN NIETS TE WETEN” EN “NIET GEÏNFORMEERD TE ZIJN” EXPRES LIJKEN “TE VERGETEN".  

Als je als politicus je politiek verantwoordelijkheid probeert te ontlopen of kleiner probeert te laten lijken door medewerkers onder je voor de bus te duwen als zij bij je melden dat ze tegen problemen aanlopen waar ze jou voor nodig hebben om het te kunnen verbeteren of zelfs op te lossen creëer je zelf een structuur waarin je niet geïnformeerd gaat worden. Het “niet geïnformeerd” worden is dan niet wederom “een fout” van medewerkers onder je of van mensen op de vloer, maar het gevolg van de eigen strategie om de politieke verantwoordelijkheid niet te nemen en zij die zaken bij je melden verantwoordelijk te laten lijken voor zaken waar je eigenlijk zelf verantwoordelijkheid voor draagt.   

In dit boek, dat ook al eerder in het tweejaarlijkse literaire 't Bühne nummer is behandeld en ook al eerder naar aanleiding van de toeslagen-affaire, zie je wat de gevolgen zijn van politieke beleidskeuzes in het onderwijs en jeugdzorg vanuit een slachtoffer, zijn ouders, een psychiater die moet handelen aan de hand wat hij denkt te zien en een voor iedereen ongebruikelijke dader waar je uiteindelijk misschien zelfs wel medelijden mee gaat krijgen. Het is een boek dat binnen jeugdzorg plaatsvindt, maar met nu ook bazen van ministeries die aan de alarmbel trekken, geplaatst kan worden in een bredere trend van hoe burgers het slachtoffer kunnen worden van het gegeven dat medewerkers niet veilig zaken die tot misstanden kunnen leiden kunnen melden bij de mensen boven hen.  



Woorden als Vuisten 
Auteur: Nico Thenu 
ISBN: 9789464244762 

Prijs: €19,95 







Reacties

Populaire posts van deze blog

Aan kinderen in Gaza

Aan kinderen in Gaza  -   Admira Fazlic

Interview met Marcel van Brandwijk n.a.v. zijn nieuwe roman 'Gehavend Kruis'

Je hebt inmiddels een behoorlijk oeuvre op je naam staan, boeken gesitueerd in de Middeleeuwen: historische romans. Je hebt een achtergrond in het onderwijs, ik kan me voorstellen dat er een verbintenis tussen is? De ervaring opgedaan in het onderwijs en mijn voorliefde voor geschiedenis zijn van grote invloed geweest op zowel keuze om te gaan schrijven als op de inhoud van mijn boeken. Voor de klas heb ik mij de vaardigheid van vertellen en het combineren van feiten met fictie aangeleerd. Daar is geschiedenis als geen ander vak geschikt voor. Het gaat immers over het verleden van de MENS. Binnen een historisch kader kan je volop fantaseren hoe het leven van onze voorouders in dat verleden verliep. Eén van mijn vaste tips voor leerlingen was: ‘geschiedenis moet je niet leren, je moet het beleven’. Oftewel, stap in de tijd van de…!   In wat voor huis groeide je op, en speelden boeken en of literatuur en geschiedenis een belangrijke rol? De eerste jaren van mijn leven woonde ik met mijn

Met Ron Brandsteder op Hawaii

Ach hij is en was altijd zo’n aardige en keurige jongen’, mijmeren Martine en Louise Fokkens, beter bekend als de ouwehoeren, over hun jeugdvriend Ron Brandsteder. In de roddelblaadjes staan de laatste tijd wat sombere berichtjes en hij is gestopt met zijn radiorubriek. De jaartjes gaan blijkbaar tellen. ‘Ons Amsterdam van vroeger was veel kleiner’, vertellen de dames, ‘je kende bijna iedereen of je had bij ze op school gezeten. Ron z’n opa woonde in |Amsterdam-west , ergens bij het Vondelpark en onderweg daar naar toe wipte hij vaak even langs. Bij cafe Pleinzicht zagen we hem staan met zijn brommertje en als Louise even tijd had gingen ze samen op pad, achter op het Puchje. Vorig jaar hadden de dames Fokkens en Brandsteder nog uitgebreid op het leven geproost. Bij Zandvoort aan Zee waren ze elkaar tegen het lijf gelopen. Ron had daar zijn  radiostudio en junior was er ook. De lucht was blauw, de muziek vrolijk, en tropische planten bewogen mee met de zilte lucht. Het leek Hawai wel d